Totaal aantal pageviews

vrijdag 24 februari 2012

De redding van Dexia

De laatste dagen staan de dagbladen en de nieuwsuitzendingen weer in het teken van Dexia en meer bepaald het miljardenverlies dat de Holding het voorbije jaar heeft gemaakt.


Het is deze Holding waarvoor de Belgische Staat staatswaarborgen heeft gegeven die een catastrofe kunnen betekenen voor de begroting (en dus voor de belastingbetaler) indien deze ooit moeten worden aangesproken.


De risico's voor België zijn enorm en indien het slecht afloopt zijn dramatische toestanden voor ons land absoluut niet uit te sluiten, om niet te zeggen dat ze reëel zijn ...


Hierna wordt aan de hand van in het verleden in de pers verschenen verklaringen duidelijk hoe door politici alles in een gunstig daglicht werd gesteld, terwijl de bevolking zand in de ogen werd gestrooid ...


Om te beginnen Didier Reynders in Het Laatste Nieuws van 5 oktober 2011:


De zogenaamde 'bad bank' met langlopende leningen is volgens Reynders geen "slechte bank", maar een "restbank".


Opnieuw Reynders in De Standaard van 5 oktober 2011:


"Eerder werd gezegd dat die activiteiten afgezonderd zouden worden in een "bad bank". Maar Reynders spreekt liever van een "banque résiduelle", een "restbank". Dergelijke langlopende leningen zijn immers geen toxisch producten, zegt Reynders. "


Vervolgens een artikel uit Trends van 11 oktober 2011 waarin CEO Mariani en voorzitter van de raad van bestuur Jean-Luc Dehaene stellen dat de Holding (zgn. bad bank) een waardevolle portefeuille heeft:


"Toch wil Dexia-CEO Pierre Mariani de term bad bank niet horen: “Het gaat om een obligatieportefeuille waarop we sinds 2008, met uitzondering van de Griekse overheidsobligaties, nauwelijks verlies geleden hebben.” Ook volgens premier Leterme en Dexia-bestuursvoorzitter Jean-Luc Dehaene zit er veel waarde in deze portefeuille. De eigenlijke rommel lijkt op het eerste gezicht beperkt: 12 miljard zijn Zuid-Europese overheidsobligaties, en 7,7 miljard heeft het statuut van rommelkredieten (geen rating of de rating van een junk bond)."

In verband met de nationalisering van Dexia Bank België liet Yves Leterme in De Morgen van 9 oktober 2011 dan weer het volgende optekenen:

"Aftredend premier Yves Leterme wil dat de federale overheid eigenaar wordt van Dexia Bank België (DBB), maar dat die "nationalisering" de begroting niet te veel belast en de schuld niet te veel doet oplopen." 
Een dag later (De Morgen van 10 oktober 2011) werd van deze stelling reeds brandhout gemaakt door Professor De Grauwe:

"Stellen dat dit ons niets zal kosten, is larie en apekool", aldus De Grauwe. Zo moet België vooreerst 4 miljard euro lenen om de bank te kopen, wat jaarlijks zo'n 160 miljoen euro aan intrestlasten geeft. De staatswaarborg voor de restbank levert weliswaar premies op, maar brengt ook enorme risico's met zich mee. "Het effect daarvan is moeilijk te voorspellen."

De risico's waarvoor De Grauwe toen reeds waarschuwde blijken nu aan de oppervlakte te komen.
Getuige hiervan het volgende citaat uit De Morgen van 24 februari 2012:

"De Belgische regering heeft onlangs een deal gesloten met Frankrijk en de Dexia-holding waardoor de blootstelling van Dexia Bank België aan andere onderdelen van de voormalige Dexia-groep sterk wordt gereduceerd. In ruil hebben België en Frankrijk aan de Dexia-holding voor 17 miljard euro staatsgaranties moeten toestaan die niet door een onderpand zijn gedekt, zo vernamen De Tijd en L'Echo. Zestig procent valt ten laste van België.
 
De regeling is voordelig voor Dexia Bank België, maar verhoogt de risico's voor de Belgische schatkist en de belastingbetalers. Over het akkoord, een verfijning van de voorlopige waarborgregeling van 45 miljard euro die in december was afgesproken, is volgens de kranten vier weken in alle stilte hard onderhandeld tussen België en Frankrijk."


Als we de analyse over dit alles lezen van de hand van econoom Ivan Van de Cloot, dan lijkt het toch dat wij ons als Belgen stilaan zorgen mogen beginnen maken voor het onheil dat ons nog boven het hoofd hangt en dat ons ten allen tijde kan bedreigen indien de economische situatie niet snel opklaart.
Deze analyse luidt als volgt (zie De Morgen - 24 februari 2012):

"Iedereen die dacht dat de zaak - de ontsporing van het grootste hefboomfonds ter wereld - al rustig geklasseerd kon worden, werd gisteren nog eens wakker geschud. Wat bij Dexia is gebeurd, en gebeurt, is volstrekt onaanvaardbaar tegenover de belastingbetaler. De Franse kranten kopten dat het verlies van 11,6 miljard euro een nieuw record vestigde in de Franse geschiedenis van bancaire fiasco's.

In de bijzondere Kamercommissie is elke verantwoordelijke doodleuk komen verkondigen dat hem niets te verwijten valt. Het vertrouwen in de goede werking van de democratische instellingen mag zowat het heiligste zijn dat we te verdedigen hebben, toch denken velen dat ze kosteloos het parlementaire werk kunnen dwarsbomen over Dexia - een bank met een balanstotaal van meer dan de waarde van alle goederen en diensten waarvoor de Belgen samen twee jaar lang dienen te werken. Wie denkt dat dit de geloofwaardigheid van de politiek geen schade berokkent, heeft het grondig mis.

Het antwoord dat je krijgt bij de vraag om volledige opheldering is dat het allemaal niets meer uithaalt omdat het kalf toch al verdronken is. Dat is een redenering die ervan uitgaat dat de bevolking geen recht heeft om te weten wat er met haar belastinggeld gebeurt. Ten tweede gelden hopelijk ook hier principes van rechtvaardigheid. Als er iemand vermoord wordt, zeggen we toch ook niet: wat haalt een onderzoek uit, hem terugbrengen lukt toch niet meer? Ten slotte is het niet zo dat we ervan kunnen uitgaan dat alle schade al geleden is. De belastingbetaler wordt in het perscommuniqué van gisteren gevraagd om de vergoeding voor de waarborgen voor het volledig losgeslagen vehikel - dat nog steeds een financieringskloof kent van 88 miljard - zo laag mogelijk te houden. Nochtans eist de Europese Commissie tot nader order dat risico's die door de staten gedekt worden, marktconform vergoed worden.

De rekening voor wat eerder beschreven werd als 'een bankenredding waar we geld aan gingen verdienen', loopt al fel op. We hebben met zijn allen al 4 miljard euro opgehoest voor de overname van Dexia Bank en 54 miljard euro aan staatswaarborgen voor de Dexia-holding uitgeschreven. Daar stopt het helaas niet bij, omdat de Belgische belastingbetaler ook nog geroepen werd om een gat te dichten van 700 miljoen euro dat voortvloeit uit de vereffening van de Gemeentelijke Holding, een cheque van 1 miljard euro uit te schrijven voor de Arco-coöperanten en 180 miljoen euro voor een obligatielening die Ethias niet op de markt geplaatst kreeg. Elke dag brengt nieuws over het dossier maar helaas valt het meeste daarvan tegenwoordig negatief uit. Zo verloopt de verkoop van de Turkse Denizbank, waar zoveel hoop op werd gevestigd, helemaal niet vlot. Ook bij Dexia Bank België, die op zoek is naar een nieuwe naam, is de stemming ondertussen onder nul gezakt bij de nieuwe politiek benoemde bestuurders. In de wandelgangen hoor je dat de nagelnieuwe raad van bestuur al op zijn eerste vergadering moest debatteren over verschillende ingrepen om de bank te versterken. Hierbij is ook al de intussen heilige drievuldigheid van kapitaalverhoging, staatswaarborgen en zelfs het oprichten van een bad bank ter sprake gekomen. In het huidige klimaat impliceert elke van die drie opties een nieuwe inbreng vanwege de belastingbetaler."



Als we tot slot nog dit artikel uit De Standaard lezen van vandaag, dan blijkt nog maar eens te meer hoe onze Belgische politici zich hebben laten rollen in de Dexia-onderhandelingen en aan welke risico's zij ons land hebben blootgesteld:


"Dexia nam gisteren de laatste twijfels weg omtrent de factuur die de (Belgische) belastingbetaler de komende jaren zal betalen voor de redding van de door grootheidswaanzin vastgelopen groep. De factuur zal zwaar zijn. België, dat 60,5 procent van de garanties verstrekte voor een in essentie Frans probleem, zal voor dat risico nauwelijks of niet worden vergoed. België heeft ondertussen wel beloofd dat het tot 54,5 miljard euro garanties verstrekt die op het eerste verzoek uitbetaalbaar zijn. Zo treedt ons land op als een verzekeraar, maar dan zonder franchise, en zonder verhaal.

Nu blijkt dus dat de beloofde vergoedingen voor dat risico er niet zullen komen. Er is geen geld. Het zakenplan dat Dexia heeft opgesteld en dat later deze maand bij Europa wordt ingediend, gaat volgens ingewijden uit van zo goed als geen betaling voor de door de overheid verstrekte waarborgen. Het zakenplan wordt momenteel door het auditkantoor PwC tegen het licht gehouden en straks door de overheden geanalyseerd. In de tweede helft van maart wordt het dan ingediend bij Europa.

De verwachting is dat Europa het plan goedkeurt. 'We zijn geen operationele bank meer, en concurreren niet meer met instellingen die geen steun hebben gehad', zei ceo Pierre Mariani.

Ecolo en Groen eisten gisteren in een communiqué prompt de heronderhandeling van de staatsgaranties. 'België heeft de garanties met een onbegrijpelijke lichtheid toegekend', zei Meyrem Almaci, financieel specialiste van Groen. Ze wijst ook op de catastrofale situatie bij de Franse poot van Dexia.

'Wanneer premier Di Rupo vandaag president Sarkozy ontmoet, dan moet hij een meer evenwichtige verdeling van de lasten vragen', zeggen ze in een persbericht. De garanties die België verstrekt, komen neer op 15procent van het bbp (dat is wat we jaarlijks met zijn allen produceren) tegenover een Franse inspanning van 2procent van het Franse bbp. Toenmalig premier Yves Leterme en ex-minister van Financiën Didier Reynders verdedigden die voor België ongunstige risicoverdeling met het argument dat België voor dat risico zou worden vergoed, en dat de begroting die opbrengst erg goed kon gebruiken. Die vergoeding zou oplopen tot honderden miljoenen euro's per jaar. Maar ze zal er nu niet komen. En ondertussen zijn de risico's wel een feit.

Het is bijzonder wrang dat België zich in 2008 bij de eerste redding ook al eens liet rollen. De nieuwe jobstijding is koren op de molen van die politieke partijen die aanklagen dat de parlementaire bijzondere Dexia-commissie niet eens de middelen krijgt om te onderzoeken wie verantwoordelijk is voor Dexia's val.

Toevallig raakte gisteren in de Franse krant Le Figaro ook bekend dat Pierre Richard, de Fransman die Dexia tot in 2006 leidde, van een jaarlijkse pensioenvergoeding geniet van 600.000 euro. De Dexia-groep betaalt die factuur. Op de raad van bestuur van Dexia is al enkele keren gevraagd 'om te bekijken of men die betalingen niet kan stopzetten'. 'Maar het remuneratiecomité van Dexia is tegenwoordig niet erg actief', zegt een insider.

Dat comité wordt voorgezeten door Jean-Luc Dehaene, voorzitter van Dexia. Hij was gisteren afwezig op de jaarlijkse persconferentie. 


Naast drie Fransen zetelen ook Francis Vermeiren (Open VLD) en Francine Swiggers (Arco) in dat comité. Mariani zei gisteren dat de vergoeding voor Richard valt onder de Franse regeling van Dexia Crédit Local. Valérie Pécresse, de woordvoerster van de Franse regering, zei dat het schokkend was hoe Richard van een gouden pensioenparachute geniet terwijl Dexia in slechte papieren zit."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten