De rente is laag, doe er echt iets mee
OPINIE − 20/07/12, 09u30
Ivan Van de Cloot: Waarom kiest de regering voor het uitgeven van de rentemeevaller? Hij is hoofdeconoom van Itinera Institute.
De zelfgenoegzaamheid van een deel van de Wetstraat blijft toch nog steeds verrassen. Alsof iedereen al vergeten is hoe dicht we vorig jaar bij de afgrond stonden
Ja, de lage rente was een grote meevaller voor de begroting. Dé vraag voor alle begrotingswatchers was dan ook wat de regering zou doen met dit buitenkansje. Deze week werd ook voor de leek duidelijk dat ons land opnieuw gevaarlijk dicht in de buurt van een officiële schuldgraad van 100 procent van het nationaal inkomen zit. Een optie was dan ook geweest om de meevaller aan te wenden om ons tekort versneld af te bouwen. Daar werd niet voor gekozen. Een hoge schuld betekent dat onze kinderen en kleinkinderen moeten opdraaien voor uitgaven die vaak voor hun geboorte plaatsvonden. Naast deze directe morele kant maakt een hoge overheidsschuld ons ook vatbaarder om in de turbulentie van de Europese schuldencrisis terecht te komen.
De zelfgenoegzaamheid van een deel van de Wetstraat blijft toch nog steeds verrassen. Alsof iedereen al vergeten is hoe dicht we vorig jaar bij de afgrond stonden na een ratingverlaging en aangroeiende speculatie tegen ons land. De buitenwacht verkijkt zich bovendien niet op pijnpunten als de waarborgen van Dexia en ongefinancierde pensioenen, die als een zwaard van Damocles boven ons hoofd blijven hangen. Waarom kiest men dan toch voor het uitgeven van de rentemeevaller?
Feliciteren
Het eerste argument om de meevaller uit te geven zou kunnen zijn dat het crisis is en zeker niet de tijd om de broeksriem nog harder aan te halen. Dat we anno 2012, of vijf jaar na het losbarsten van de crisis, niet spreken over het objectief van een begrotingsevenwicht maar dat we ons zelfs feliciteren met het bereiken van een tekort van 2,8 procent van het nationaal inkomen, wijst erop dat ons land niet bepaald in de val van zogenaamde excessieve austeriteit is gevallen. Dit blijkt ook uit het structureel tekort dat gecorrigeerd voor de conjunctuurcyclus slechter uitkomt dan eerder gesteld.
Genereren de budgettaire maatregelen misschien een hefboomeffect voor de economie? Het verlagen van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers, de administratieve vereenvoudiging en de creatie van bedrijfsstageplaatsen zijn ongetwijfeld heel zinvolle initiatieven. Het horecaplan van 39 miljoen is een van de paradepaardjes. Dat laatste kunnen alleen Belgen bedenken: cafés en restaurants zullen de economie er weer bovenop helpen.
Alle gekheid op een stokje: onze concurrentiekracht wordt er niet door verbeterd. Na de btw-verlaging voor de horeca zouden we eindelijk eens moeten evalueren of die gunstmaatregelen effectief zullen opleveren wat beloofd werd. Dit is meteen een heel belangrijk pijnpunt voor ons land. Maatregelen worden met grote fanfare aangekondigd en daarna wordt het windstil. Van een echte evaluatiecultuur is helaas geen sprake. En dat is jammer, het gaat tenslotte over het besteden van maatschappelijke middelen, waarvan we ook moeten nagaan of ze het beloofde resultaat bereiken.
Dit zou geen overbodige luxe zijn, willen we het beleid vervolgens bijsturen. En het gaat daarbij uiteraard niet enkel om nieuwe maatregelen, idealiter zouden alle overheidsuitgaven een dergelijke test moeten ondergaan. We vragen vele offers van onze bevolking, degelijke efficiëntietoetsen zouden de acceptatiegraad ervoor zonder twijfel kunnen versterken.
Toegegeven, een begrotingsoefening zit altijd gevangen in een keurslijf. Op korte termijn moeten snel knopen doorgehakt worden. Vandaar is het positief om te vernemen dat er gewerkt wordt aan een bredere relancestrategie naar het einde van het jaar toe.
Lat hoog leggen
Bij het uitwerken van die strategie moeten we de lat werkelijk hoog leggen willen we met ons land terug naar de bronnen van economische groei. Betekent echt politiek leiderschap niet dat men prioriteiten durft te herschikken? Het uitgangspunt dient hierbij te zijn dat ons land alle troeven heeft om tot de kern van Europa gerekend te worden. Door de turbulentie in het zuiden van Europa plukken we nu tijdelijk de baten van de kapitaalvlucht daar, maar het zou erg onverstandig zijn om te denken dat die definitief verworven zijn.
Gisteren hoorden we bij de voorstelling van de begrotingscontrole nog dat ons land niet langer de zieke man maar de gezonde vrouw van Europa is. Het was een uitspraak die veel animo opwekte. Misschien verdient de gefluisterde boodschap die erop volgde: "er is geen reden tot euforie", evenveel aandacht.
Een begroting is het sluitstuk van het regeringswerk. Maatschappelijke keuzes worden gekristalliseerd in harde cijfers. Het is in het huidige communicatietijdperk vaak zo dat er vooral ingezoomd wordt op woorden en niet op daden. Opvallend was dat Geert Hoste deze week ook grappen begon te maken over de begroting. Wellicht zijn werkelijk alle grappen over het koningshuis ondertussen uitgeput, misschien mogen we hopen dat de publieke financiën eindelijk wat meer aandacht zullen krijgen.
De zelfgenoegzaamheid van een deel van de Wetstraat blijft toch nog steeds verrassen. Alsof iedereen al vergeten is hoe dicht we vorig jaar bij de afgrond stonden na een ratingverlaging en aangroeiende speculatie tegen ons land. De buitenwacht verkijkt zich bovendien niet op pijnpunten als de waarborgen van Dexia en ongefinancierde pensioenen, die als een zwaard van Damocles boven ons hoofd blijven hangen. Waarom kiest men dan toch voor het uitgeven van de rentemeevaller?
Feliciteren
Het eerste argument om de meevaller uit te geven zou kunnen zijn dat het crisis is en zeker niet de tijd om de broeksriem nog harder aan te halen. Dat we anno 2012, of vijf jaar na het losbarsten van de crisis, niet spreken over het objectief van een begrotingsevenwicht maar dat we ons zelfs feliciteren met het bereiken van een tekort van 2,8 procent van het nationaal inkomen, wijst erop dat ons land niet bepaald in de val van zogenaamde excessieve austeriteit is gevallen. Dit blijkt ook uit het structureel tekort dat gecorrigeerd voor de conjunctuurcyclus slechter uitkomt dan eerder gesteld.
Genereren de budgettaire maatregelen misschien een hefboomeffect voor de economie? Het verlagen van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers, de administratieve vereenvoudiging en de creatie van bedrijfsstageplaatsen zijn ongetwijfeld heel zinvolle initiatieven. Het horecaplan van 39 miljoen is een van de paradepaardjes. Dat laatste kunnen alleen Belgen bedenken: cafés en restaurants zullen de economie er weer bovenop helpen.
Alle gekheid op een stokje: onze concurrentiekracht wordt er niet door verbeterd. Na de btw-verlaging voor de horeca zouden we eindelijk eens moeten evalueren of die gunstmaatregelen effectief zullen opleveren wat beloofd werd. Dit is meteen een heel belangrijk pijnpunt voor ons land. Maatregelen worden met grote fanfare aangekondigd en daarna wordt het windstil. Van een echte evaluatiecultuur is helaas geen sprake. En dat is jammer, het gaat tenslotte over het besteden van maatschappelijke middelen, waarvan we ook moeten nagaan of ze het beloofde resultaat bereiken.
Dit zou geen overbodige luxe zijn, willen we het beleid vervolgens bijsturen. En het gaat daarbij uiteraard niet enkel om nieuwe maatregelen, idealiter zouden alle overheidsuitgaven een dergelijke test moeten ondergaan. We vragen vele offers van onze bevolking, degelijke efficiëntietoetsen zouden de acceptatiegraad ervoor zonder twijfel kunnen versterken.
Toegegeven, een begrotingsoefening zit altijd gevangen in een keurslijf. Op korte termijn moeten snel knopen doorgehakt worden. Vandaar is het positief om te vernemen dat er gewerkt wordt aan een bredere relancestrategie naar het einde van het jaar toe.
Lat hoog leggen
Bij het uitwerken van die strategie moeten we de lat werkelijk hoog leggen willen we met ons land terug naar de bronnen van economische groei. Betekent echt politiek leiderschap niet dat men prioriteiten durft te herschikken? Het uitgangspunt dient hierbij te zijn dat ons land alle troeven heeft om tot de kern van Europa gerekend te worden. Door de turbulentie in het zuiden van Europa plukken we nu tijdelijk de baten van de kapitaalvlucht daar, maar het zou erg onverstandig zijn om te denken dat die definitief verworven zijn.
Gisteren hoorden we bij de voorstelling van de begrotingscontrole nog dat ons land niet langer de zieke man maar de gezonde vrouw van Europa is. Het was een uitspraak die veel animo opwekte. Misschien verdient de gefluisterde boodschap die erop volgde: "er is geen reden tot euforie", evenveel aandacht.
Een begroting is het sluitstuk van het regeringswerk. Maatschappelijke keuzes worden gekristalliseerd in harde cijfers. Het is in het huidige communicatietijdperk vaak zo dat er vooral ingezoomd wordt op woorden en niet op daden. Opvallend was dat Geert Hoste deze week ook grappen begon te maken over de begroting. Wellicht zijn werkelijk alle grappen over het koningshuis ondertussen uitgeput, misschien mogen we hopen dat de publieke financiën eindelijk wat meer aandacht zullen krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten